Pluk dat laaghangend fruit - Uitgelichte afbeelding

Pluk dat laaghangend fruit

Het is mens-eigen om te kopen en te verkopen. Op het schoolplein doen we het al: ruilen van knikkers of spaarplaatjes. Handelen en ruilen zit in ons in de genen. We doen het om te (over)leven maar ook voor de kick. Een schilderij kopen bijvoorbeeld, geeft zo’n kick waar dat schilderij eigenlijk niets mee te maken heeft. Het kon net zo goed om een auto gaan.
Er is in het afgelopen decennium een nieuw type van cultureel en maatschappelijk ondernemen  opgestaan die deelneemt aan de maatschappij en niet te beroerd is om dingen te doen strikt gezien buiten het oude denksysteem vallen. Ze ondernemen. Het lijkt er zelfs op dat ondernemen de ambitieuze kunstenaar van de amateur onderscheidt. De vorige generatie kwam op heel andere manieren aan hun financiële middelen. Die tijd is geweest.
De crisis is om een paar redenen ook een uitdagende tijd. Creatieven, kunstenaars en maatschappelijke organisaties (en ik bedoel daarmee ook creatieven en cultureel actieve professionals, zoals bv cineasten, muzikanten, culturele instellingen, cabaretiers of performers en schrijvers) zijn zakelijker geworden. Uit nood geboren aanvankelijk. Maar zijn daarmee ook onafhankelijker geworden. Tegelijkertijd staan zij meer in het maatschappelijke en sociale leven. Er worden nieuwe wegen gezocht om hun kunst zin te geven. Er allerlei samenwerkingsinitiatieven en innovatie producten schieten als paddenstoelen uit de grond.
Innovatie is hèt toverwoord tegenwoordig. En terecht want alles gaat zo verschrikkelijk snel, dat je, als je niet oppast links en rechts wordt ingehaald. De centrale vraag is: wat voeg je toe?
Twee dingen vallen me op waar Kunst&Cultuur en maatschappelijke instellingen meer gebruik van zouden kunnen maken. Eén is dat het steeds vaker gebeurt dat een organisatie een kunstenaar of cultureel expert uitnodigt om mee te denken bij een innovatief project. Deze  brengen een ontregelende en creatieve kijk mee die je nodig hebt bij vernieuwing. Het tweede is dat het nog te weinig als markt gezien wordt door hen zelf.
Dat brengt me op de volgende vraag: Zijn kunstenaars, culturele en maatschappelijke instellingen en individuen, dan wel ondernemend genoeg? Een ondernemer heeft namelijk een zakelijke neus voor maatschappelijke ontwikkelingen en trends. Daar springt hij in. Dat geeft een mooie voorsprong omdat je klanten niet meer hoeft te overtuigen. De behoefte ís er immers al.
Laaghangend fruit dus. En dit is nog maar één van de vruchten. Dus kunstenaars: kijk om u heen en ga plukken. Als het eenmaal op de grond ligt, komt het rottingsproces op gang en bent u helaas te laat om er van te kunnen smullen.

Geen reactie's

Geef een reactie